dinsdag 28 juli 2009

De laatste dagen

De zomerschool eindigde met een pyjama-party op school, maar Saffier en Juup gingen niet vanwege de repetities voor de Feria. Hier zie je Rhuben met vriendje Tom, die hun kamp hebben opgeslagen in de gymzaal:

Langzaam maar zeker moeten we hier afscheid nemen van al onze vrienden. We waren hier naartoe gekomen mede voor het Spaans van de kinderen. Hun Spaans is inderdaad verbetert, maar hun Engels is echt met sprongen vooruit gegaan: de vriendjes die ze hier gemaakt hebben zijn toch vooral de buitenlandse kinderen, vooral Engels en een paar Nederlands. Ik denk niet dat het gemak is, want de buitenlandse kinderen hier gaan ook meer met elkaar om dan met de Spaanse kinderen, hoewel ze ook gewoon Spaanse vriendjes hebben. Ik begrijp nu veel beter de integratieproblematiek in Nederland - het blijft toch een kwestie van soort zoekt soort. En het is veel moeilijker om je ergens in te passen als er meer van jouw eigen soort zijn, dan zoek je die toch eerder op. Daarnaast speelt hier natuurlijk mee dat de dorpsbewoners hun hele leven alleen in het dorpje hebben gewoond, al vele generaties lang, en de buitenlanders vaak de wereld hebben afgereisd en andere opleidingen hebben. Hoe dan ook, het zorgde er wel voor dat wij snel mensen leerden kennen hier en een aantal leuke vriendschappen hebben gemaakt. Toen ik naar Twente verhuisde heeft het mij jaren gekost om leuke vriendschappen te maken, en dat weerhield me er ook altijd van om weer te verhuizen. Maar hier zoeken de buitenlanders elkaar op en dat maakt het erg gemakkelijk.

Accent
Toen ik net in Twente kwam had ik veel moeite om het Twents te verstaan. Het was niet alleen het accent, er waren ook totaal andere woorden: glip betekent snee of wond, lichtjes aan een broek zijn bretels, zo leerde ik. Pas na jaren lukte het me om alles goed te verstaan. Andalusia is vergelijkbaar met Twente. In Madrid heb ik mijn Spaans geleerd, en daar spreken ze ABN-Spaans. Toen ik voor het eerst met de moeders bij de dansles van Juup zat te wachten, tolde mijn hoofd: ik verstond er helemaal niets van! Ze kletsten razendsnel en ook nog allemaal door elkaar heen. In de tweede week kwam de tuinman uitleggen hoe we het zwembad moesten schoonmaken. Hij gebruikte een woord dat ik niet kende, en toen legde hij het uit door het mij te tonen: een borstel.
"Oh, een cepillo!" zei ik.
"Ja, dat is zo'n bekakt Madrileens woord," sprak hij, "dat gebruiken we hier niet hoor!"
Het leek wel Twente ;-)

Het moeilijkst vond ik te wennen aan het feit dat ze hier de s-en aan het eind van een woord inslikken. Zo moesten we afgelopen zaterdag naar het naai-atelier voor de jurken van Saffier en Juup. Dat was in La Linea, een stadje voor Gibraltar. De naaister had me duidelijk de straatnaam gegeven; Rio Rosa. Ik herhaalde het nogmaals, en zij zei nog een keer luid en duidelijk: Rio Rosa. Kon geen misverstand over bestaan. Dacht ik.
Want toen ik op Google de routebeschrijving wilde uitprinten, kon Google Calle Rio Rosa (calle is straat) niet vinden. Ten einde raad besloot ik de plattegrond van het stadje te vergroten en gewoon systematisch alle straatnamen te doorkammen. En ja hoor, daar was ie: Calle Rios Rosas.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten